Podophyllum is een vaste plant uit de familie Berberidaceae, beschreven als een geslacht door Linnaeus in 1753. In het verleden werden verschillende soorten in het geslacht opgenomen, maar op één na zijn ze allemaal overgedragen aan andere geslachten (Dysosma en Sinopodophyllum). De enige overgebleven soort is Podophyllum peltatum, met de gebruikelijke namen mayapple, American mandrake, wild mandrake en gemalen citroen. Het is wijdverspreid in het grootste deel van het oosten van de Verenigde Staten en Zuidoost-Canada.
| Mayapple | |
|---|---|
 |
|
 |
|
| Podophyllum peltatum | |
 Secure (NatureServe) |
|
Scientific classification  |
|
| Kingdom: | Plantae |
| Clade: | Tracheophytes |
| Clade: | Angiosperms |
| Clade: | Eudicots |
| Order: | Ranunculales |
| Family: | Berberidaceae |
| Genus: | Podophyllum Linnaeus |
| Species: |
P. peltatum
|
| Binomiale naam | |
| Podophyllum peltatum | |
| Synoniemen | |
|
|
Mayapples zijn bos planten, meestal groeit in kolonies afkomstig van één wortel. De stengels groeien tot 30-40 cm hoog, met palmatig gelobde paraplu-achtige bladeren tot 20-40 cm diameter met 3-9 ondiep tot diep gesneden lobben. De planten produceren verschillende stengels uit een kruipende ondergrondse wortelstok; sommige stengels dragen een enkel blad en produceren geen bloem of fruit, terwijl bloeistengels produceren een paar of meer bladeren met 1-8 bloemen in de oksel tussen de apicale bladeren. De bloemen zijn wit, geel of rood, 2-6 cm diameter met 6-9 bloemblaadjes, en rijpen tot een groene, gele of rode vlezige vrucht 2-5 cm lang.
alle delen van de plant zijn giftig, inclusief de groene vrucht, maar zodra de vrucht geel is geworden, kan het veilig worden gegeten in kleine hoeveelheden met de zaden verwijderd. De rijpe vrucht produceert geen toxiciteit.
de stof die zij bevatten (podofyllotoxine of podofylline) wordt gebruikt als zuiveringsmiddel en als cytostaticum. Posalfilin is een geneesmiddel dat podophylline en salicylzuur dat wordt gebruikt om de plantaire wrat te behandelen.
ze worden ook gekweekt als sierplanten vanwege hun aantrekkelijke blad en bloemen, en ze zijn een waardplant voor de gouden boordermot en de meiappelboorder.
hoewel de algemene naam mayapple is, is het in sommige gebieden de bloem die begin mei verschijnt, niet de “appel”. De vrucht of” appel ” wordt meestal vroeg in de zomer geproduceerd en rijpt later in de zomer.
veel plantensoorten hebben mycorrhizae om de opname van nutriënten in onvruchtbare omstandigheden te bevorderen. Mayapple planten worden beschouwd als verplicht afhankelijk van dergelijke mycorrhizae, hoewel het ook facultatieve afhankelijk van wortelstok leeftijd en bodem nutriënten niveaus kan zijn. Planten worden vaak gevonden besmet door de roest Allodus podophylli, verschijnen als honingraatvormige oranje kolonies onder de bladeren, en gelige laesies op het bovenoppervlak.