het fokken van landbouwhuisdieren wordt vandaag de dag gedomineerd door geïndustrialiseerde faciliteiten die bekend staan als geconcentreerde veevoederactiviteiten, of CAFO ‘ s (vaak aangeduid als “bio-bedrijven”) die de winst maximaliseren door dieren niet als bewuste wezens, maar als productie-eenheden te behandelen. De dieren worden met duizenden op één plaats grootgebracht en worden in zo ‘ n krappe ruimte opgesloten dat ze zich nauwelijks kunnen bewegen, laat staan zich normaal kunnen gedragen.
- vier of meer legkippen worden in een batterijkooi verpakt, een draadbehuizing die zo klein is dat niemand haar vleugels kan uitspreiden. In zulke nauwe omheiningen worden de kippen naar elkaars veren en lichamen gepikt.
- drachtige zeugen brengen elk van hun zwangerschappen door in een draagkrat—een metalen leefruimte die nauwelijks breder en langer is dan de zeugen zelf. Niet in staat om zelfs te draaien, zeugen ontwikkelen abnormaal gedrag, en lijden beenproblemen en huidletsels.
- groeiende varkens zijn beperkt tot lattenbodem, kale, betonnen vloeren. Gestresst door drukte en verveling, nemen ze vaak hun toevlucht tot bijten en het toebrengen van wonden op hun pengenoten.
- in fabrieksmaatschappijen blijven koeien hun hele leven beperkt tot beton. Om de productie te stimuleren, worden sommige koeien geïnjecteerd met het groeihormoon rBGH, wat leidt tot kreupelheid en mastitis, een pijnlijke infectie van de uier.om de opsluiting van deze dieren in dergelijke stressvolle, overvolle, onhygiënische omstandigheden te vergemakkelijken, worden routinematig pijnlijke verminkingen uitgevoerd, zoals het afsnijden van de hoorns van runderen, het afsnijden van de snavels van kippen en het aankoppelen van de staarten van schapen, varkens en melkvee.
Het hoeft niet zo te zijn. Alternatieve, welvaartsrijke landbouw zorgt ervoor dat dieren die voor voedsel worden opgevoed, een leven hebben dat vrij is van onnodige pijn en lijden, en de mogelijkheid om normaal gedrag te vertonen.
gezondheidseffecten van de bio-industrie
het beheer en het welzijn van dieren die voor levensmiddelen worden gehouden, hebben rechtstreeks gevolgen voor de gezondheid van de mens. Intensieve landbouwactiviteiten met tienduizenden dieren van dichtbij zijn de ideale broedplaatsen voor ziekten. De intensieve landbouw houdt een aantal belangrijke gezondheidskwesties in verband met de menselijke gezondheid, waaronder de toegenomen overdracht van infectieuze agentia van dieren op mensen, antibioticaresistentie, door voedsel overgedragen ziekten en het ontstaan van nieuwe virussen zoals H1N1 (varkensgriep) bij varkens.
antibioticaresistentie, als gevolg van het gebruik van antibiotica om de groei te bevorderen en ziekten binnen opsluitingsoperaties te onderdrukken, vormt een ernstig gezondheidsrisico. De lage dosering van vee en pluimvee met antibiotica die identiek zijn aan of gerelateerd zijn aan geneesmiddelen die in de menselijke geneeskunde worden gebruikt, heeft bijgedragen tot de verspreiding van multidrugresistente infecties bij mensen. De Centers for Disease Control (CDC) schat dat elk jaar, meer dan 2,8 miljoen mensen in de Verenigde Staten contract antibioticaresistente infecties en meer dan 35.000 sterven aan dergelijke infecties. Het CDC heeft een verband bevestigd tussen het routinematige gebruik van antibiotica in landbouwhuisdieren en het groeiende probleem van antibioticaresistente bacteriën.
dieren-en mestbeheer bij opsluiting, omstandigheden voor het vervoer van dieren en vleesverwerking kunnen ook bijdragen tot voedselverontreiniging en door voedsel overgedragen ziekten zoals E. coli en Salmonella. Een 2013 studie door Johns Hopkins Bloomberg School of Public Health vond een associatie tussen het leven in de buurt van high-density varkens operaties of gewassen bevrucht met mest van high-density varkens operaties en methicilline-resistente Staphylococcus aureus, algemeen aangeduid als “MRSA.”