bij het schilderen met olieverf is de eenvoudigste vorm van een glazuur een dunne, olieachtige, transparante verflaag die over de bovenkant van een ondoorzichtige passage wordt verspreid en die enige tijd is opgedroogd. Licht reist door het glazuur en wordt gereflecteerd van de ondoorzichtige laag eronder. Dit kan een gloeiend effect veroorzaken vergelijkbaar met het kijken naar een helder verlichte witte muur achter een film van gekleurd cellofaan. De dunne olieachtige lagen van een glazuur kunnen de weergave van details vergemakkelijken die moeilijker zouden zijn met ondoorzichtige verven-bijvoorbeeld de complexiteit van huidtinten.
wanneer meerdere lagen glazuren worden gebruikt, kunnen de kleuren in alle zichtbare lagen gecombineerd verschijnen. Echter, de pigmenten worden niet fysiek gemengd, omdat de verf wordt overgelaten om te drogen voordat elke volgende glazuur wordt aangebracht. De kunstenaar kan meerdere lagen verf aanbrengen met toenemende hoeveelheden olie toegevoegd aan elke volgende laag. Dit proces van het aanbrengen van de vetlagen (meer olie in het schildersmedium) over de magere lagen (minder olie) kan scheuren minimaliseren; dit is het “vet over mager” Principe.
veel schilders voegen Glazuren en ondoorzichtige, Dikke of getextureerde verfsoorten naast elkaar (die naar voren lijken te duwen) als een middel om de verscheidenheid aan oppervlakken te vergroten, wat sommige schilders denken dat het drama, De helderheid en de diepte van een schilderij vergroot.