doel: het vergelijken van de werkzaamheid van twee mechanische apparaten voor pre-inductie van baarmoederhalsrijping: de Foley-katheter en de Cook cervicale rijpingsballon.
methoden: deze interventionele studie omvatte 78 postdate primigravide vrouwen die willekeurig werden ingedeeld in twee groepen: de Foley of Cook ballonkatheter. Het verwijderen van de katheters werd ongeveer 12 uur na het inbrengen gepland als er geen spontane uitzetting had plaatsgevonden. De belangrijkste uitkomstmaatregelen omvatten veranderingen in Bisschopsscore, invoeging in de levertijd, wijze van levering en het optreden van negatieve effecten.
resultaten: spontane uitzetting van de Foley-katheter kwam vaker voor dan de Kok (89,2% Versus 78,4%; P = 0,03). Echter, de mediane Bisschopsscore was significant hoger bij het gebruik van de kok in vergelijking met de Foley katheter na ballonverwijdering (6 vs 5; P = 0,03). De duur van het inbrengen van de ballon tot uitzetting en van het inbrengen tot de bevalling was significant korter in de Foley-groep in vergelijking met de Cook-ballongroep (respectievelijk 6:19 ± 2:1 vs 7:26 ± 2:25 h; P = 0,03 en 13:50 ± 4:00 vs 15:16 ± 4:30 h; p = 0,03). Er waren geen significante verschillen in andere resultaten, zoals de hoeveelheid gebruikte oxytocine-eenheden, de wijze van levering, de pijn die tijdens of na het inbrengen wordt ondervonden en de algemene tevredenheid van de patiënt.