Abstract
Dit hoofdstuk bespreekt de fysische eigenschappen van water, maar bevat noodzakelijkerwijs een verklaring voor zowel atmosferische als hydrostatische druk. De watermolecule is dipolair – er zijn negatief en positief geladen plaatsen aan tegenovergestelde kanten van de molecule. Hierdoor vormen watermoleculen waterstofbruggen met andere watermoleculen. Waterstofbruggen zijn sterker dan van der Waals-attracties die zich tussen moleculen voordoen, en geven unieke fysische eigenschappen aan water. De dipolaire molecule en waterstofbindingen hebben een grote invloed op de dichtheid, dampdruk, vriespunt, kookpunt, oppervlaktespanning, faseveranderingen, specifieke warmte, diëlektrische constante, viscositeit, cohesie, hechting en capillariteit van water. Water heeft zijn maximale dichtheid bij ongeveer 4 °C; Dit resulteert in ijs drijven en de mogelijkheid voor thermische gelaagdheid van natuurlijke waterlichamen. De fysische eigenschappen van water zijn van Intrinsiek belang, maar sommige van deze eigenschappen beïnvloeden de waterkwaliteit, zoals in andere hoofdstukken zal blijken.