hoewel bomen de grootste en meest productieve organismen in bossen zijn, is het bosecosysteem veel meer dan een populatie bomen die op het land groeien. Bossen bieden ook habitat voor een groot aantal andere plantensoorten, samen met tal van dieren en micro-organismen. De meeste van deze verwante soorten kunnen nergens anders leven; ze hebben een absolute behoefte aan beboste habitat. Vaak is die behoefte zeer specifiek, zoals wanneer een vogelsoort een bepaald type bos nodig heeft, in termen van boomsoorten, leeftijd en andere omstandigheden.de kirtlandzanger (“Dendroica kirtlanddii”) is een vogelsoort uit de familie van de drieteenmeeuwen (Pinus banksiana). Deze zangvogel broedt niet in een ander type bos, met inbegrip van jongere of oudere stands van jack pine. Op dezelfde manier komt de bedreigde gevlekte uil (Strix occidentalis) alleen voor in bepaalde soorten oudgroeiende naaldbossen in West-Noord-Amerika. Deze zelfde oerbossen houden ook andere soorten in stand die niet in jongere stands kunnen bestaan, bijvoorbeeld bepaalde soorten korstmossen, mossen en levermossen.
de vele soorten die in bossen voorkomen, hebben echter meestal een bredere ecologische tolerantie en kunnen in feite een mozaïek van verschillende habitattypes vereisen. In Oost-Noord-Amerika bijvoorbeeld doen witstaarthert (Odocoileus virginianus) het goed in een mix van habitats. Ze hebben toegang nodig tot relatief jonge, successionele stands met overvloedig en voedzaam voedsel voor deze soort, samen met een schuilplaats habitat van volwassen bos met een aantal coniferen gedomineerde gebieden die ondiepere sneeuw in de winter hebben. Ook korhoen (Bonasa umbellus) doet het het beste op een landschap dat een dambord van stands van verschillende leeftijd heeft, met inbegrip van volwassen bos gedomineerd door trillende ESP (Populus tremuloides) met een paar coniferen gemengd in.
meer in het algemeen vormen bossen de essentiële habitat voor de meeste soorten planten, dieren en micro-organismen op aarde. Dit geldt met name voor tropische regenwouden. De recente vermindering van het bosareaal, die sinds de jaren vijftig vooral verband hield met de omzetting van tropische bossen in landbouwgrond, vormt een cruciaal milieuprobleem in termen van verlies aan biodiversiteit. Ontbossing heeft ook belangrijke gevolgen voor de klimaatverandering en de toegang tot natuurlijke hulpbronnen.