Psalm 51:1-12
(het woord “ongerechtigheid” betekent een grove immorele, onrechtvaardigheid of slechte daad. “Overtredingen” verwijst naar het breken van een gebod of verplichting). ontferm U over mij, God, naar uw goedertierenheid. Naar de veelheid uwer barmhartigheden, wis mijn overtredingen uit. 2 was mij grondig van mijn ongerechtigheid. Reinig mij van mijn zonde. 3 Want Ik ken mijn overtredingen. Mijn zonde is voortdurend voor mij. 4 tegen u, en u alleen, heb ik gezondigd, en gedaan wat kwaad is in uw ogen; opdat gij recht moogt bewezen worden, wanneer gij spreekt, en gerechtvaardigd wordt, wanneer gij oordeelt. 5 Zie, Ik ben voortgebracht in ongerechtigheid. In zonde heeft mijn moeder mij ontvangen. zie, je verlangt naar waarheid in de innerlijke delen. Je leert me wijsheid op de meest intieme plek. 7 Reinig me met hysop, en Ik zal rein zijn. Was me, En Ik zal witter zijn dan sneeuw. 8 Laat mij blijdschap en blijdschap horen, opdat de beenderen, die gij gebroken hebt, zich verblijden. Verberg je gezicht voor mijn zonden, en wis al mijn ongerechtigheden uit. schep in mij een rein hart, O God. Vernieuw een juiste geest in mij. werp mij niet van uw aanwezigheid, en neem uw Heilige Geest niet van mij. Geef mij de vreugde van uw redding. Ondersteun me met een gewillige geest.(Psalm 51: 1-12, New Heart English Bible)